Zwaaiende hamers. Doffe klappen. Beukende brekers, vergruizend steen. Zakken vol puin vinden hun weg naar buiten middels krakende ruggen en een steile trap.
Een vonkenregen in het halfduister. Een zware stalen balk vindt met vereende krachten zijn plaatsje waar eens een muur stond.
Tevreden gezichten. Pintjes in de deuropening. Regen die gestaag blijft vallen. Een blik in de spiegel verraad een dofgrijs kapsel. Daar is meer water voor nodig.