leed

Grote glanzende ogen kijken in mijn betraande exemplaren. Manmoedig houd ik de knuffelige kop van het dier in mijn handen. Een laatste warme omhelzing. Niet warm genoeg. Onmachtig zijn eigen lijf nog langer op temperatuur te houden. Niet te redden.

4191800391_c485a70bb2_b

Nog geen week geleden vond ik het ontzielde lichaam van zijn maatje naast hem in de wei. Onverwacht. Onmogelijk. Daags tevoren nog dartel, lag het beest daar koud en stijf in de natte aarde. Ontnuchterend het verlies en de harde realiteit van de dingen die dat met zich meebrengt. Oorzaak onbekend. Wringende vragen.

Een kadavar op de oprit. Onder een blauw bouwzeil. Je wil het niet zien, maar je blik luistert niet langer. Kinderen spelen in de straat. ‘Oh mijn god, de kinderen, als ze maar niet…’ Nee, ze zien het niet.

Het is treurig, zo’n eenzaam beestje in de wei. Het brengt je in twijfel. Over het vervolg. Wat je nu verder moet. Hoe? Zo niet. Een extra aai. Onterecht schuldgevoel. Gedeelde smart misschien.

Vanochtend geen gebalk aan de draad. Met een bakje brokken naar de wei. Een hart dat een slag overslaat. Nee, hij kijkt me aan. ‘Kom dan.’ Versnelde pas. Het gaat niet. Wat ik ook aan hem sleur. De bak brokken wordt dankbaar leeggeslobberd. Liggend in de stal.

Door paniek overmeesterd bel ik de veearts. Blijf bij mijn jongen. Een dekentje, hij moet een dekentje. Het mag niet baten. Met zijn laatste krachten schuift hij zichzelf in de kille ochtendzon. Wil net als ik wat niet meer kan. De veearts is meedogenloos. Mij rest niets anders dan volgen.

Er ligt weer een blauw bouwzeiltje op de oprit. Wat vertel ik in hemelsnaam mijn meisjes? Hoe verklaren wat je zelf niet begrijpt.

bloedjes

Onderzoekers hebben vastgesteld dat kinderen die actief zijn op het internet met name geshockeerd worden door beelden van geweld en de dood. Seksueel getinte inhoud wordt veel minder vaak genoemd, aldus de verbouwereerde radioverslaggever. Ik heb niet de moeite genomen om het na te trekken, maar ik hoop van harte dat die laatste uitspraak volledig op het conto van de mediapersoon in kwestie mag worden bijgeschreven. Het is zo’n uitspraak die achter in mijn hoofd rustig voort blijft sudderen. Voedingsbodem voor sluimerende ergernis. Voor verbazing over de kortzichtigheid van de gedachte zelf.

Sex is vies. Bloot slaat dood. Oh nee, doodslag, dat willen ze gelukkig niet zien. Geeft het weer dat onze kinderen een veel gezondere kijk hebben op het menselijk functioneren dan de volwassen maatschappij anno tweeduizenddertien? Dat de verkrampte houding ten opzichte van seksualiteit in verhouding tot kinderen een aangeleerde reflex is? Ik help het ons hopen.

De Westerse, ach laat ik niet te flauw generaliseren, de hele wereld is doorspekt van oorlog en geweld. Doorgedraaide scholieren schieten hun magazijnen leeg in de klaslokalen van kleuterscholen. Worden we gesneden op de autoweg, dan weet onze middelvinger zich snel vergezeld van de nodige niet mis te verstane verwensingen. En ach, als niemand zijn politieke vingers wil branden, dan zijn de duizenden burgerdoden in zo’n woestijnland plots niet meer dan wat flarden behang op het televisiescherm. Zijn we inmiddels zo afgestompt door de eeuwenlange strijd tussen alles wat leeft, dat we de bloederige en vaak dodelijke gevolgen minder stuitend vinden om naar te kijken, dan twee mensen die al dan niet voor geldelijk gewin met elkaar de liefde bedrijven?

Er zijn kinderen van dertien, veertien, vijftien jaar die computerspelletjes spelen die gebaseerd zijn op de meest gruwelijke oorlogen. Ze zijn de held in een wereld van virtueel geweld. Emmers bloed worden er vergoten. De meest waanzinnig realistische moordwapens worden met speels gemak ‘verdiend’ en gebruikt. In alle openheid. Zonder schaamte. Die zelfde kinderen zie ik besmuikt gluren naar een stel siliconenborsten in een aflevering van Californication op een televisie die per ongeluk aan is blijven staan na een paar episodes van Spongebob Squarepants. Het kwaad is al geschied, bloot is vies en stiekem. Sex voor achter gesloten deuren en met de gordijnen dicht. Porno alleen maar cool om over op te scheppen onder leeftijdsgenoten.

Ik hoop van harte dat mijn kinderen op kunnen groeien in een wereld waarin ze als meisje van drie een hele zomer in hun blote kont door de tuin kunnen banjeren. Waarin hun lichaam en de beleving daarvan zo lang mogelijk vrij kan worden overgegeven aan hun eigen fantasie. Zonder opgelegde normen. Zonder bodemloze waarden. Een wereld waarin de geneugten van het leven zwaarder mogen wegen dan de dreiging van een gewelddadig einde. Ik hoop verdomme dat mijn dochters tegen die tijd gewoon giechelend naar een vies filmpje zitten te kijken, in plaats van dat ze zich god wanen met een virtuele raketwerper.

glunderen

Het zijn zware tijden voor ouders van jonge kinderen. ’s-Avonds, wanneer de gelovigen in bed liggen, zitten wij te klappertanden naast een kachel die niet branden mag. Bij nacht en ontij worden we wakker van gestommel op het dak en raadselachtig geritsel in de schoorsteen. Het blijft een groot vraagteken hoe de knechten van de Goedheiligman het toch steeds weer voor elkaar krijgen om het huis binnen te komen door dat enge rookkanaal. Professionele schoorsteenvegers zijn al twee keer een borstel kwijtgeraakt vanwege de smalle doorgang ter hoogte van de aansluiting in de slaapkamer, maar die handige jongens krijgen het ieder jaar weer voor elkaar. Sterker nog, ze maken zelfs het kacheldeurtje van binnenuit open. Geen politiekeurmerk dat daar wat aan kan veranderen. Misschien moet Interpolis daar eens over nadenken.

Op zaterdagochtend om half zeven zit je met waterige ogen te genieten van dochters die trappelend van ongeduld staan te wachten tot jij eindelijk de verpakking van de chocoladeletter open hebt gepeuterd. Ongelovig dat het paard van Sinterklaas echt zelf die wortels heeft opgehaald. Vereerd met de hartjes die Pietje Verliefd op hun kamerdeuren heeft achtergelaten. Geeuwend negeer je het gekrijs van Smurfen op de televisie. Wachtend op de herhaling van het Sinterklaasjournaal. Over stoomboten met panne, baardige mannen met snode plannen en bekende Nederlanders met zulke flauwe grapjes dat het zelfs voor ouders leuk blijft om te kijken. Verwonderd kijk je toe hoe een kind van drie anderhalf uur lang gebiologeerd naar een Chinees meisje met een wit paard en een zak vol kroepoek blijkt te kunnen kijken. Hoe die van bijna twee woordelijk de sinterklaasliedjes meezingt met haar zus. Naar de blinde adoratie van die laatste voor de hulpsint van de personeelsvereniging.

En nu is het zover. Het parket aan mijn voeten ligt bezaaid met pepernoten, mandarijnen en inderhaast verscheurd cadeaupapier. Kind één zit aan haar nieuwe tafeltje te kleuren. Op haar nieuwe stoel. Met haar nieuwe kleurpotloden. In haar nieuwe kleurboek. De waterlanders zijn gedroogd. Het cadeau dat ze ook wel had willen hebben, ligt veilig boven bij zusje in bed. De continuë woordenstroom gevoed door een laatste restje adrenaline. Zometeen, als de meeste kruidnoten zijn vertrappelt, dan zal ze wegkruipen op de bank. Een dekentje over zich heen trekken en ontkennen dat ze moe is. Voor straks, slaap zacht.