Geinige gehaakte frutsels, kunstig gebreide konijnen en vlijtig gevilte onderzetters. Volwassen vrouwen, en hier en daar vast ook wel een man die ontzettend in touch is met zijn oestrogene kant, die zich bloedserieus wijden aan de edele kunst van het vingerhaken, boomstambreien en heipaalweven, ik begon er net een heel klein beetje aan te wennen. Onwillekeurig herinneringen aan de macraméwerkjes uit mijn jeugd onderdrukkend, worstel ik mij dagelijks langs de vele facebookberichten gewijd aan de wederopstanding van het moedermavo-ambacht. Verbaas ik mij over de impact van het internetfenomeen Etsy, waar huisvlijt wereldwijd de anti-globalistische belichaming van de duurzame vernietiging van het feminisme tentoon spreidt. Zonder mijzelf af te vragen waarom. Vanwaar deze hang naar ambachtelijk gepiel. Naar deze symbiose van creativiteit en burgertruttigheid. Het ging grotendeels langs me heen. Tot ik vanavond keihard geconfronteerd werd met wat klaarblijkelijk de nieuwste rage onder volwassen zou moeten zijn, de kleurplaat. De kleurplaat godbetert. Ik heb hier twee kleuters rondlopen. Die kleuren platen. En het tafelkleed, het behang en het parket. Moet ik oppassen, wanneer ik morgen gevraagd wordt de kleine vlakjes van Sneeuwwitjes jurk in te kleuren? Voor ik het weet ben ik hip bezig. De horror.