lieve willem

Lieve Willem,

Allereerst wil ik je natuurlijk van harte feliciteren met je nieuwe baan. In deze tijd van malaise en crisis is het voorwaar niet niks om een vaste aanstelling los te krijgen. Een kniesoor zou wellicht zeggen dat je het in de schoot geworpen krijgt, maar daar ga ik niet in mee. Het is immers niet echt een geheim dat een groot deel van de klandizie liever had gezien dat het familiebedrijf over was gegaan in publieke handen. Ik moet zeggen dat ik wel een beetje plaatsvervangende trots voelde, fier was toen ik hoorde dat je moeder toch voldoende geloof heeft in de vrije markt. Genoeg vertrouwen heeft in jou als opvolger om de zaak succesvol voort te zetten. Je hebt het verdiend.

Alexander, je zult het druk krijgen de komende jaren. Men zal je van nog dichterbij proberen volgen. Niet langer ‘de zoon van’. De chef zelf! Gelukkig heb je een fijn gezin, om na een lange werkdag, laten we daar geen doekjes om winden, als CEO ben je nooit echt klaar met werken, op terug te vallen. Lieve kinderen, een schat van een vrouw, weet ze op waarde te schatten. Neem tijd voor je dierbaren. Neem ze af en toe eens mee naar oma. Zorg dat je meiden niets te kort komen. Vergeet ook jezelf niet. Dat biertje nu en dan blijft er wel gewoon bij horen hoor, je bent immers ook niet van steen.

Lex, een weekje CenterParks moet af en toe toch kunnen? Misschien wel een eigen huisje in de zon, als de markt weer wat aantrekt? En natuurlijk lekker naar het zwembad met de meiden als ze jarig zijn. Of naar Madurodam, ik noem maar wat. Zo’n verjaardag is toch een beetje een moment voor familie en vrienden. Ik las trouwens in de krant dat je het jaarlijkse bedrijfsuitje in het vervolg naar je eigen geboortedatum wil verplaatsen. Is dat nou wel wijs? Kijk, mij doe je er natuurlijk een groot plezier mee, want ik ben geboren op de verjaardag van jouw oma, tot vandaag de datum van het feest. Ik kan vanaf volgend jaar voor het eerst in vijfenveertig jaar ook eens mensen uitnodigen op mijn eigen feestje, het is bijna onwerkelijk, maar denk nou ook eens even aan jezelf.

Max, kun jij die jongen van je anders even uitleggen dat hij het niet gaat redden in deze harde wereld zonder zichzelf voorop te stellen? Dat men hem niet serieus zal nemen? Iedereen in dit land weet dat 30 april de feestdag van de firma is. Wanneer de vlaggen uit moeten. Wat zeg ik, concurrenten uit alle windstreken geven hun werknemers elk jaar vrij op de dag erna, om bij te komen van de feestelijkheden. Je zou het bijna een traditie kunnen noemen. Nee Willem, ik zou op mijn verjaardag lekker een gebakje eten thuis op het bordes. Nodig je moeder lekker uit, je schoonouders, je schaatsvrienden. Met een beetje goede wil is het barbecue-weer. Dat verplichte handjes schudden kun je dan fijn bewaren voor een paar dagen later. Verdorie Willem, je gaat de bedrijfsresultaten vanaf nu toch ook niet bekendmaken op de zaterdag voor de derde dinsdag in september?

Willem-Alexander, vriend, voor mij hoef je het echt niet te doen. Ik ben nu al zolang gewend mijn verjaardag te delen met een groter feest, ik red me wel. Zorg jij gewoon goed voor jezelf, dat is ook beter voor de zaak, voor het land, dus uiteindelijk ook voor mij. Jongen, succes, maak er wat moois van. Geef je meiden een knuffel van me en zeg tegen Maxima dat Miek gaat bellen om nog eens iets af te spreken.

Groetjes,

Marc

leed

Grote glanzende ogen kijken in mijn betraande exemplaren. Manmoedig houd ik de knuffelige kop van het dier in mijn handen. Een laatste warme omhelzing. Niet warm genoeg. Onmachtig zijn eigen lijf nog langer op temperatuur te houden. Niet te redden.

4191800391_c485a70bb2_b

Nog geen week geleden vond ik het ontzielde lichaam van zijn maatje naast hem in de wei. Onverwacht. Onmogelijk. Daags tevoren nog dartel, lag het beest daar koud en stijf in de natte aarde. Ontnuchterend het verlies en de harde realiteit van de dingen die dat met zich meebrengt. Oorzaak onbekend. Wringende vragen.

Een kadavar op de oprit. Onder een blauw bouwzeil. Je wil het niet zien, maar je blik luistert niet langer. Kinderen spelen in de straat. ‘Oh mijn god, de kinderen, als ze maar niet…’ Nee, ze zien het niet.

Het is treurig, zo’n eenzaam beestje in de wei. Het brengt je in twijfel. Over het vervolg. Wat je nu verder moet. Hoe? Zo niet. Een extra aai. Onterecht schuldgevoel. Gedeelde smart misschien.

Vanochtend geen gebalk aan de draad. Met een bakje brokken naar de wei. Een hart dat een slag overslaat. Nee, hij kijkt me aan. ‘Kom dan.’ Versnelde pas. Het gaat niet. Wat ik ook aan hem sleur. De bak brokken wordt dankbaar leeggeslobberd. Liggend in de stal.

Door paniek overmeesterd bel ik de veearts. Blijf bij mijn jongen. Een dekentje, hij moet een dekentje. Het mag niet baten. Met zijn laatste krachten schuift hij zichzelf in de kille ochtendzon. Wil net als ik wat niet meer kan. De veearts is meedogenloos. Mij rest niets anders dan volgen.

Er ligt weer een blauw bouwzeiltje op de oprit. Wat vertel ik in hemelsnaam mijn meisjes? Hoe verklaren wat je zelf niet begrijpt.

bloedjes

Onderzoekers hebben vastgesteld dat kinderen die actief zijn op het internet met name geshockeerd worden door beelden van geweld en de dood. Seksueel getinte inhoud wordt veel minder vaak genoemd, aldus de verbouwereerde radioverslaggever. Ik heb niet de moeite genomen om het na te trekken, maar ik hoop van harte dat die laatste uitspraak volledig op het conto van de mediapersoon in kwestie mag worden bijgeschreven. Het is zo’n uitspraak die achter in mijn hoofd rustig voort blijft sudderen. Voedingsbodem voor sluimerende ergernis. Voor verbazing over de kortzichtigheid van de gedachte zelf.

Sex is vies. Bloot slaat dood. Oh nee, doodslag, dat willen ze gelukkig niet zien. Geeft het weer dat onze kinderen een veel gezondere kijk hebben op het menselijk functioneren dan de volwassen maatschappij anno tweeduizenddertien? Dat de verkrampte houding ten opzichte van seksualiteit in verhouding tot kinderen een aangeleerde reflex is? Ik help het ons hopen.

De Westerse, ach laat ik niet te flauw generaliseren, de hele wereld is doorspekt van oorlog en geweld. Doorgedraaide scholieren schieten hun magazijnen leeg in de klaslokalen van kleuterscholen. Worden we gesneden op de autoweg, dan weet onze middelvinger zich snel vergezeld van de nodige niet mis te verstane verwensingen. En ach, als niemand zijn politieke vingers wil branden, dan zijn de duizenden burgerdoden in zo’n woestijnland plots niet meer dan wat flarden behang op het televisiescherm. Zijn we inmiddels zo afgestompt door de eeuwenlange strijd tussen alles wat leeft, dat we de bloederige en vaak dodelijke gevolgen minder stuitend vinden om naar te kijken, dan twee mensen die al dan niet voor geldelijk gewin met elkaar de liefde bedrijven?

Er zijn kinderen van dertien, veertien, vijftien jaar die computerspelletjes spelen die gebaseerd zijn op de meest gruwelijke oorlogen. Ze zijn de held in een wereld van virtueel geweld. Emmers bloed worden er vergoten. De meest waanzinnig realistische moordwapens worden met speels gemak ‘verdiend’ en gebruikt. In alle openheid. Zonder schaamte. Die zelfde kinderen zie ik besmuikt gluren naar een stel siliconenborsten in een aflevering van Californication op een televisie die per ongeluk aan is blijven staan na een paar episodes van Spongebob Squarepants. Het kwaad is al geschied, bloot is vies en stiekem. Sex voor achter gesloten deuren en met de gordijnen dicht. Porno alleen maar cool om over op te scheppen onder leeftijdsgenoten.

Ik hoop van harte dat mijn kinderen op kunnen groeien in een wereld waarin ze als meisje van drie een hele zomer in hun blote kont door de tuin kunnen banjeren. Waarin hun lichaam en de beleving daarvan zo lang mogelijk vrij kan worden overgegeven aan hun eigen fantasie. Zonder opgelegde normen. Zonder bodemloze waarden. Een wereld waarin de geneugten van het leven zwaarder mogen wegen dan de dreiging van een gewelddadig einde. Ik hoop verdomme dat mijn dochters tegen die tijd gewoon giechelend naar een vies filmpje zitten te kijken, in plaats van dat ze zich god wanen met een virtuele raketwerper.