belangrijk

Gisteren was ik op Vestrock. Kaartjes gekocht en me die voor mijn verjaardag laten geven. Gewoon omdat het in de buurt is. Omdat het raakt aan de bakermat van mijn jeugd en omwille van de lokatie. En natuurlijk is het zo nu en dan wel eens prettig om jezelf in het gedruis te storten. Het was tenslotte al weer even geleden dat ik nog eens had genoten van het fijne aroma van verschaald bier, vette hamburgers en overlopende urinoirs.

Tien uur lanterfanten op een kapotgetrapt weitje. Genieten van de muziek, het weer en de mensen om je heen. Een hoop mensen om me heen. Heel wat bekende gezichten, nog meer onbekende. Gezichten die je verwacht. Gezichten die je niet herkennen. Gezichten die je wel zou willen kennen. Voor het eerst daar, toch een beetje thuis. Een gevoel waar ik graag door word overvallen. Alles zijn plaatsje, ik op mijn plek. Morgenochtend lees ik op Facebook wel wie ik allemaal heb gemist.

Rondstruinend over het inmiddels in duisternis gehulde eiland in de buitenvest passeren we de uitgestorven VIP-lounge. De drie man en een paardenkop worden er belichaamd door een paar man die nog niet in de gaten hebben dat ze daar alleen staan. Grondig bewaakt door minstens het dubbele aan veiligheidsmensen ziet het er wat triestig uit. Belangrijk zijn in Hulst is vanavond duidelijk minder interessant dan de sfeer op de wei. Muziek verbroederd. Bedachte grenzen zijn een overbodige vorm van luxe. Voor ons deint de dansende menigte.

roering

Buiten regent het een beetje. Zacht ruisend valt het hemelwater in het groen. Verder is het stil.

Een week geleden deed ik rond deze tijd de ramen van de slaapkamer open en kroop onder de lakens. Over de velden klonk het samenspel van boerenbedrijvigheid en luid kwinkelerend gevogelte. Alsof het hele platteland het plotse zomerweer wilde vieren. Alsof een ieders leven er vanaf hing. Het heeft wel iets rustgevends, al die roering.

Tractoren die op de achtergrond af en aan rijden. Fel verlichte weilanden die met honderd haasten worden gehooid. Een hek dat dichtslaat, iemand roept over een erf, een dikke dieselmotor sterft uit in de verte. Het kabaal verstomt in mijn hoofd.

’s Ochtends word ik wakker van de zon die door de kieren in het rolluik priemt.

rampspoed

Hedenmiddag omstreeks vier uur gebeurde er hier voor in de straat een dramatisch ongeval met een kleuter. Tijdens de korte spurt die het meisje ondernam om haar fietsje te bereiken, is zij om nog onbekende reden over haar eigen voeten gestruikeld. De daar op volgende buiteling richtte volgens ooggetuigen grote schade aan aan de rechterknie van het slachtoffer. Over de ware omvang van het drama hebben de hulpdiensten nog geen informatie vrijgegeven. Radio en televisie zenden extra nieuwsbulletins uit om de vraag naar informatie van het publiek zo goed mogelijk te beantwoorden. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft al aangegeven af te reizen naar de plaats van de ramp om de naaste familie een hart onder de riem te steken.

U begrijpt het al, ik begeef me op glad ijs. Zonder iets af te willen doen aan het menselijke drama dat het verongelukken van een vriend of familielid, een kind, met zich meebrengt, wil ik toch mijn ergernis uitspreken over de graagte waarmee de media, maar zeker ook het publiek, zich storten op het onheil dat wildvreemden is overkomen. Als vader van twee jonge kinderen kan ik me niets verschrikkelijkers voorstellen, dan het nieuws dat de ouders van de in Zwitserland verongelukte schoolreis vandaag kregen. Niemand met ook maar een greintje gezond verstand zal dat met me oneens zijn. En uiteraard is het nieuws. Nieuws bestaat nu eenmaal voor een heel groot deel uit andermans ellende. Maar is het echt nodig om elk uur een extra nieuwbulletin uit te zenden? Is onze nieuwshonger werkelijk zo groot, dat we de hele ochtend vrijwel zonder pauze meningen en deskundigen in onze maag gesplitst willen krijgen?

Ik voel de knoop die we in onze buik krijgen bij het horen van dergelijk nieuws ook. Ik begrijp niet dat we die knoop vrijwillig aan laten trekken tot de pijn overgaat in een soort van volkswoede, die niets meer te maken heeft met wat er is gebeurd. Buitenproportioneel verdriet. Holle massahysterie die de dood van tweeëntwintig zorgeloze kinderen en hun begeleiders geen recht doet. Een busongeluk, een tragisch ongeval, groeit binnen vierentwintig uur uit tot een nationale ramp. En tot overmaat van doe ik er nu zelf ook nog aan mee. Het weglaten van het woord ‘ramp’ heb ik opzettelijk gedaan. Het volstaat niet meer, het heeft zijn betekenis verloren. De taal zal een nieuw synoniem moeten ophoesten voor de overtreffende trap van menselijk lijden.