ongeduld

‘Eigenlijk mogen die wieltjes er wel af papa.’ Een sprongetje in de lucht. Een huppeltje in mijn hart. Mijn wielerhart. Maandenlang heb ik gefunterd, gedramd en gezalfd. Moedeloos. Bang. Dat het zaadje niet zou kiemen. Mijn groene vingers dor en droog. En dan, zonder enige aanleiding, die verlossende woorden. De openbaring. Zo’n moment dat je niet verwacht. Dan net niet. Tien minuten later zijn we er klaar voor. Loslaten mag ik haar niet. Dan valt ze immers om, dat begrijp ik toch ook wel. Een keer de straat uit is genoeg. De terugweg naast de fiets. Genoeg om twee weken lang op te scheppen dat haar ‘trappersfiets’ geen wieltjes meer heeft. Tegen iedereen die het horen wil. En alle anderen. Het voertuig in kwestie staat er intussen eenzaam bij.

Mijn geduld wordt andermaal zwaar op de proef gesteld. Voorzichtig dring ik aan. Gedecideerd word ik afgewezen. Meestal. Soms een flauwe poging. Telkens die trotse blik. Een overwinnaar zonder strijd. Haar vertrouwen groter dan de inzet. Mijn fiducie grenzeloos. En dan deze week. Zonder nadenken fietst ze harder dan ik meeloop. Vergeet te denken dat ze zal vallen. Gewoon haar voeten aan de grond aan het einde van de straat. Dan terug. Nog eens. De gewoonste zaak van de wereld. Ik kan fietsen, nu ga ik naar Het Zandkasteel kijken. Niet moeilijker dan dat. Vooral niet vragen of ze op haar ‘trappersfiets’ wil. Om nog even te oefenen. Een dezer draait ze met schooltas en al het straatje uit. Zomaar. Ik weet het zeker.

ook goed

Het eerste smsje vanochtend verhaalt van een pasgeboren zoon. De trotse vader antwoordt ogenblikkelijk op mijn bijdehante felicitaties. Niet lang daarna dezelfde sms. Doorgestuurd door mijn zo mogelijk nog trotsere wederhelft, wiens beste vriendin de fiere mama is. Ze voelt zich een beetje tante. Lief he?

plaatje

Het kabbelende chloorwater wordt slechts verstoord door mijn twee spetterende dametjes. Maximaal dertig centimeter water maken het bijna onmogelijk om vooruit te komen in het harnas van zwembandjes. Verderop, in een groter bad, een paar Vlaamse kinderen. Moeder aan de rand in een slecht gekozen breedtestreep. In het diepe trekt een vijftigplusser trouw haar baantjes. De zon prikt voorzichtig door het grijze wolkendek. Straks, na schooltijd, dan wordt het vast wel drukker.