keuzes

Ook zo genoten van de Ronde van Vlaanderen vandaag? De grootste kermiskoers van België. Drie rondjes over de Oude Kwaremont, gewoon omdat het kan. Ter meerdere eer en glorie van de moderne spiegeltenten, die op groot scherm de reflectie van wat eens een van de grootste sportieve evenementen van het jaar was presenteren aan een deftig champagne nippend publiek. Op hun paasbest afgezakt naar de foor. Waar het wielercircus van volkssport naar een soort Cirque du Soleil wordt opgewaardeerd.

Het werd ook wel tijd dat er eens werd nagedacht over de toekomst van Vlaanderens mooiste. De Muur van Geraardsbergen is tenslotte ook maar een vervelend obstakel op weg naar het niet echt tot de verbeelding sprekende Meerbeke. Het is gewoon even wennen. Na twee keer moet je iets nieuws nog niet afschieten. De Kwaremont is ook best een fijne berg en laat ik eerlijk zijn, van kermis hebben ze in België zonder meer verstand.

Kijk maar eens hoe de nationale omroep VRT om gaat met de wereldwijde crisis die de wielersport sinds het vraaggesprek van tante Oprah in zijn greep houdt. Als door een horzel gestoken sloven Michel Wuyts en de zijnen zich uit om iedere vrije minuut te vullen met koers. Nu en dan een streepje Bart Swings, maar dan snel terug naar het parcours. Waar de NOS kiest voor een vrij hypocriet stuk terughoudendheid in haar wielerverslaggeving na de bekentenissen van huisapotheker Michael B., heeft de Vlaamse omroep er voor gekozen alles uit de kast te halen om de wielersport weer de grandeur te geven die het verdiend.

Een rechtstreeks verslag van vrijwel de hele koers. Dagenlange voorbesprekingen. Napraten tot Parijs – Roubaix halfweg is. Verdomd, zelfs de op jongeren gerichte radiozender Stubru wijdt zowat zijn hele weekend aan de mooiste der Vlaamse klassiekers. Zo breng je de koers weer bij de mensen, moeten ze in Brussel gedacht hebben. Bier en spelen, of, zoals ze dat in Vlaanderen doen, met een pensenmarkt. Het volk een worst voorhouden en de vips een lepeltje Beluga. Gelukkig hebben wij nuchtere Hollanders het terughoudende commentaar van Herbert Dijkstra om ons met beide benen op de grond te houden. Santé!

bokma

Vlaamse voorjaarsklassiekers die worden afgelast vanwege een beetje sneeuw, Milaan – San Remo, onderbroken en drastisch ingekort vanwege, jawel, een beetje sneeuw. Vandaag Gent – Wevelgem. De start in Deinze is hoe dan ook maar ceremonieel, dus duwen we de renners de bus in om vijftig kilometer verderop echt te starten. Iemand die wil weten hoever Deinze zelf al buiten de kuip van Gent ligt, of zullen we die kleine discrepantie maar laten voor wat ze is?

Ja, de winter pruttelt nog aardig door en ok, het is misschien wat fris voor de tijd van het jaar, maar nondeju waar zijn de coureurs van weleer? Een krant onder het shirt om de ergste kou van de borst te houden. Een borrel in de bidon om niet te bevriezen en een extra lik vet op de blote kuiten. Misschien ook een klein prikje clenbuterol, een emmertje vers gemalen bloed of een snuifje van de spiegel. Waar jongetjes mannen van worden. Dat spul.

Nee, de moderne koers start in de bus, pauzeert in de bus en slaapt uit in de bus. Ik kan me nog herinneren dat ‘de bus’ de grote groep langzaam ploeterende wielrenners was, die ver achter een tot zijn oren geprepareerde Richard Virenque de voorlaatste Pyreneeëncol op zwoegde. De mindere goden werden ze genoemd. Aan hun goddelijkheid werd verder niet getwijfeld.

Heel wat anders dan die mooi-weer-renners van nu. De ‘schone’ coureurs, die ook graag proper aan de finish komen. Geen vieze spetters op het blanco shirt. Geen risico, het seizoen is nog lang. Hier en daar rijdt er nog een zonder handschoenen. Niet zonder reden vooraan in de kopgroep. Sagan behaalt zijn verdiende zege. Met overmacht. De eerste Belg staat nog net op het schavot. Waar zijn ze, de mannen van weleer? De grote Vlaamse kanonnen die, als door een wesp gestoken, uren voor het peloton eenzaam op de finish afdenderden?

Diep in mijn hart geloof ik dat geen renner zit te wachten op uitstel, op afstel, op tussenstops en busverplaatsingen. Een renner wil met zijn rauwe kont op een hard zadel die kloteberg bedwingen. Desnoods de afdaling afglibberen met beide voeten uit de beugels. Met ijspegels aan de neus jankend tussen de auto’s zijn mueslireep laten openscheuren door de ploegdokter.

Maar we moeten voorzichtig zijn met deze lichting. De sport moet schoon blijven. Het kaf van het koren gescheiden. Het gezicht gered. Hopen op betere tijden.

 

Deze blog is ook te lezen op de wielerblog Het is Koers.

bleke duisternis

Blauwig weerspiegelt het bleke maanlicht op de witte vlakte. Aan de einder, boven het donkere silhouet van de bosrand, pinkt een ster aan de heldere hemel. De wolk die ons twee dagen in zijn sneeuwzwangere greep hield is opgelost. Verdreven. Weggezakt in het dal, wie zal het zeggen? Zover het oog reikt strekt de helling zich uit in maagdelijk wit. De thermometer zegt min acht.

In de haard gloeit een laatste genster. Buiten ronken zware motoren in de verte. Een deur, het obsceen harde geluid van een toilet dat wordt doorgetrokken. Een hoestend kind.

Opgevouwen dekentjes op de hoek van een stoel. Een laatste houtblok in een mand. Een tas met speelgoed staat ordelijk ingepakt klaar om dichtgeritst te worden. Ik snuit mijn neus in mijn rode boerenzakdoek. Een laatste keer. Nog honderd keer. Morgen, onder duizend zonnen, de laatste afdaling. Bepakt en bezakt. De herinneringen en de vuile was van een week. De mist, de sneeuw, het snot. Stille getuigen van vriendschap.