over de vruchten des velds en de deconstructie van aardappelkroketten

Wanneer de jager de modder van zijn laarzen trapt.
Zijn sporen nalaat in het patattenveld.
De eigenheimers al in de koeling liggen.

Het graan gered uit de hongerige maag van de nijlgans.
Als verkruimelde koek in een goedkoop vormgegeven doosje.

Beelden van blozende boerenmeiden.
Romige melk tot boter geslagen.
Kippen kakelend over het erf.
Weer geen kuikens.

De resten naar het vilbeluik.
Het vet gesmolten.
Een blauwige walm.
Bruisend van eeuwig leven.

Smakelijk.

 

Gisteren onder vrienden. In een huisje op de hei. Een zelf geschoten damhert in de oven. Kroketten uit eigen keuken. Stichtelijke woorden van de ongelovige.