alle wegen

In een land niet zo heel ver hier vandaan ligt een weg. Een mooie brede weg. Met veel rijstroken en steeds meer mooie kunstwerken, zoals ze dat hier bij Rijkswaterstaat zo mooi kunnen omschrijven. Viaducten, op- en afritten, voor ons eenvoudige burgers. Zo’n weg heeft onderhoud nodig, dat spreekt voor zich. Zeker in het land niet zo heel ver hier vandaan, waar het wegdek een zekere reputatie heeft op te houden. Dus worden er reflecterende paaltjes gezet. Betonnen blokken. Lichtgevende pijlen om de passerende automobilisten tijdig de juiste rijbaan te doen kiezen. En een soort van bewegwijzering. Een soort van, je leest het goed. Een pastiche. Beter kan en wil ik het niet omschrijven.

Alle wegen leiden naar Rome. Of naar Parijs, als je in Frankrijk blijft. Maar soms, je hebt van die dagen, hoef je gewoon niet zo ver van huis. Op dat soort momenten is het erg prettig dat je gewoon kunt kiezen uit een brede waaier van richtingen. Een overrompelend doch uitermate handig aanbod van te bereizen gehuchten, dorpen en steden. En uiteraard van alles daar tussenin. Kortom zo hier en daar een wegwijzer die je de goede kant op wegwijst. Nu is dat laatste in het land hier niet zo heel erg ver vandaan al geen wet van Meden en Perzen, maar zodra er wegwerkzaamheden in het spel komen, krijgt het geheel bijbelse proporties. Laat ik het zo stellen, wanneer de specialisten die verantwoordelijk zijn voor deze omleggingen in oud-testamentische tijden hadden geleefd, dan had Mozes mooi voor joker gestaan met zijn instant Flevopolder-act.

Willen jullie een voorbeeld? Ja, jullie willen een voorbeeld, ik zie het wel. Die mooie weg waar ik het over had. Die brede. Die is dus voor een deel afgesloten, waardoor het verkeer in beide richtingen nu over de zuidelijke rijbaan wordt geleid. In dit geval ter hoogte van afslag 12, Moerbeke. Let op, dit is een belangrijk detail. En niet alleen omdat deze afslag cruciaal is in het bereiken van mijn woonplaats vanuit de richting Antwerpen. Dat laatste kan nu dus even niet. Dat is lastig, maar niet onoverkomelijk. Als je het op voorhand weet. De volgende afslag nemen is namelijk een veel minder handige optie. Gelukkig heeft de firma die aan het begin van de werkzaamheden zo trots een bordje heeft geplaatst dat zij verantwoordelijk zijn voor de signalisatie de aanwezigheid van afslag 12 volledig genegeerd. Maar dan ook echt volledig. Een verwijzing dat de afslag afgesloten is voor of ter hoogte van afslag 11? Vergeet het maar. Helemaal niets. Sterker nog, ter hoogte van de plaats waar het verkeer de andere rijbaan op wordt geleid heeft men zelfs niet de moeite gedaan om de bestaande bewegwijzering af te kruisen. Tot het laatste moment blijf je dus hopen dat je er toch nog af zult kunnen. Een paar flinke betonblokken brengen je op het laatste moment wel op andere ideeën.

Niet best zul je denken. Niet handig, maar wel gevaarlijk. Ja, en toch ben ik ergens wel blij dat ze de moeite niet gedaan hebben. Aan de lokale kant heeft men namelijk wel werk gemaakt van een omlegging. Kom je uit de richting van mijn woonplaats, dan word je ter hoogte van de op- en afrit op de hoogte gebracht van de onmogelijkheid om de snelweg in de richting van Knokke te nemen. Dat klopt, er staat ook een mooi hek voor de betreffende afslag. Er staat zelfs bij dat je geacht wordt rond te rijden via afslag 11, Kemzeke. Aardig van ze. Flink eind om, dat wel, maar een eenvoudiger of korter alternatief kan ik zelf ook niet bedenken. Dus vervolg je je weg over het viaduct, om aan de zuidzijde van de snelweg met het toppunt van verwarring te worden geconfronteerd. Op de rotonde die het verkeer in goede banen moet leiden is de standaard wegwijzer richting Moerbeke aangevuld met een tijdelijk bordje Knokke. Logisch. Gelukkig zie je dan net op tijd dat er voorbij de afslag naar Moerbeke nog een staat. Voor Knokke moet ik dus nog even verder rondrijden. En ja hoor, twee afslagen verder staat er inderdaad nog eentje. Samen met een tijdelijk bordje voor, jawel, Moerbeke. Kunt u nog volgen, waarschijnlijk niet, maar wat ik wil zeggen is dat er dus een bord staat dat je naar het zuiden stuurt, de goede richting, en een tweede dat je naar het noorden stuurt, terug naar waar je vandaan kwam. En dat is dus de verkeerde kant op. Zit daar een logica achter? Ik denk het wel. Het probleem is namelijk dat aan de noordkant van de snelweg een klein dorp ligt met de naam Kruisstraat. Kruisstraat valt onder de gemeente Moerbeke. Nou is het tegenwoordig zo, dat kleine kernen in het land hier niet zo heel erg ver vandaan aangeduid worden als wijk van de hoofdgemeente. De bebouwde kom van Kruisstraat wordt dus aangeduid met Moerbeke en vervolgens Kruisstraat als ondertitel. En dan wordt het moeilijk voor een Franstalig bedrijf uit Brussel om de bewegwijzering op orde te krijgen. Dat zal ook meteen de reden zijn dat ze over het algemeen halverwege de omleiding maar gewoon ophouden. U staat nu in het hol van Pluto. Gefeliciteerd, zoek het verder zelf maar uit.

Lezers die geloven in het positieve zullen nu denken dat ik van een mug een olifant maak. Dat ik de feiten opblaas om er eens lekker over te kunnen razen. Was het maar waar. Ik zou zo nog twintig bladzijden vol kunnen schrijven met Kafkaïaanse voorbeelden over onbereikbare dorpen, onverwacht afgesloten snelwegen en doodgehongerde reizigers in het midden van de polder. Laat ik het niet doen. Laat ik de volgende keer gewoon met een snelheid van zeventig kilometer per uur pen en papier pakken en het telefoonnummer van de signalisatielui opschrijven. Wie weet spreekt er wel iemand Nederlands aan het andere eind van de lijn. Kunnen ze me meteen even uitleggen waarom het zo lang duurt eer er iemand komt om me uit de gracht te takelen.

blauw op straat

In dit prachtige, overgeorganiseerde land, houden we niet van rommelig. Van onvoltooide delen. Van losse eindjes. Daarom heb ik hier, net als al mijn buren, hun buren, de vrienden van hun buren, daar de familie van, en al de vage kennissen van die vrienden en familie, een drietal plastic rolcontainers achter het huis staan. Lelijke, stinkende kliko’s in vale kleuren, die de voorkeur van hun inhoud moeten symboliseren. Behalve die ene. In fris blauw. Symbool van zuiverheid.

Hij stinkt niet, mijn papierbak. Hoewel bij voorkeur gevuld met de overblijfselen van alles wat commercieel, kapitalistisch en verdorven is in deze wereld. Let op, ik ben een voorstander van die lelijke kunststof dingen. Geen door katten aangevreten vuilniszakken meer langs de straat, geen slordig bijeengebonden bundeltjes snoeihout, geen doorweekte dozen vol loodzware papierresten. Ik heb de ruimte om ze neer te zetten, hoef ze niet door het huis naar voren te slepen, of op te slaan in een gangetje waar ik liever mijn fietsen zou stallen. Jammer alleen, dat die luxepositie ook inhoudt dat ik elke week honderd meter loop te sjouwen met een van mijn volle kliko’s, eer ze op de opstelplaats voor in de straat staan.

Geen probleem, ik ben een fitte kerel en ik begrijp best dat het de ronde van zo’n vuilniswagen niet heel erg op gang helpt, wanneer ze elk smal doodlopend straatje in de gemeente in moeten rijden. Wat ik niet snap, is het design van mijn blauwe bak. Het is zo’n kleintje, want de gemeente alhier heeft in al haar wijsheid ooit besloten dat gezinsgrootte of vierkante meters tuinonderhoud niet absoluut zijn. Mijn groene bak is dus ook van het kleinste formaat. Moet volstaan voor vijftienhonderd vierkante meter gazon. In de winter in elk geval. Maar daar gaat het niet om. Die groene bak doet het prima. Die staat lekker breed op de wielen en hobbelt gedwee achter me aan de straat door. Of er nou drie schimmelige paprika’s inliggen of het aangestampte groenafval van twee weken zomers tuinonderhoud.

Nee, dat blauwe ding. Met die kek ingewerkte wieltjes en zijn taps uitlopende profiel. Dat werkt dus niet met het gewicht van een maand oud papier. Wat zeg ik, zelfs leeg slingert en stuitert het ding achter je aan alsof het maar voor een ding bedacht is. Omflikkeren. Altijd topzwaar. Onmogelijk te hanteren. Ronduit onhandig. Natuurlijk ben ik blij dat ik het ding niet door een smal steegje hoef te zeulen. Dat scheelt in elk geval het maandelijks ontvellen van mijn knokkels. Natuurlijk ben ik blij dat ik er geen bordesje mee af moet, dan was ik al lang door mijn rug gegaan. Maar mocht er bij de gemeente Terneuzen inmiddels een nieuw, stabieler model rolcontainer in de voorraad staan, een langeafstandskliko zeg maar, ik houd me aanbevolen.