Bovenop de TrippTrapp-stoel van haar grote zus klinkt al net even te lang het enthousiaste gekir van de jongste. ‘Wat leuk dat ze zich zo goed bezig kan houden terwijl ik mijn laptop reanimeer’, heb ik al zeker twee keer gedacht. Tot een niet te ontkennen aroma vanuit de keuken de eetkamer en mijn herinnering in drijft. Had ik een kwartier geleden ook al niet tegen mezelf gezegd dat ik haar eerst even moest verschonen? Mijn retorische vraag of ze een schone luier wil, wordt beantwoord met haar kenmerkende overwinnaarsblik.
Onder luid protest trek ik haar nieuwe schoenen uit. Hoe durf ik. Met die schoentjes zou ze het liefst nog in bad gaan. De omvang van de luier die onder de romper vandaan komt, doet me het ergste vrezen. Een kort onderzoek wijst uit dat alles binnenboord is gebleven. Een moment van opluchting. Wanneer ik het ding openscheur, geeft de inhoud de verwachte smeerboel,. Ze richt zich op om naar haar sokken te grijpen. In een reflex schuif ik haar kleren verder omhoog en grijp naar de doos met luierdoekjes. Leeg. ‘Blijf liggen pruts.’ Daar ligt een nieuw pak doekjes. Met een hand peuter ik het open en neem een doekje. Neem een hele rits doekjes, want juist nu laten ze natuurlijk niet los. Ik veeg haar onderbuik af en red een sok. Luier opzij, ver genoeg voor trappelende voetjes. Er wordt een broek in mijn richting geslingerd. Met een geoefende beweging weer ik hem af en concentreer me verder op deze oneerlijke judowedstrijd met hindernissen.
Wie nu een lang en onsmakelijk verhaal over de rest van deze vertoning verwacht, komt bedrogen uit. Deze vader is namelijk nog zo onhandig niet in dergelijke materie. Met tegenzin laat ze zich weer aankleden. Tot haar schoenen aan de beurt zijn. Zodra beide voetjes op de grond staan klinkt het luidkeels ‘Opa’. Om haar wens kracht bij te zetten verdwijnt ze vast in de richting van de voordeur.