Maandagochtend, terwijl ik de prut uit mijn ogen wreef, hoorde ik water kolken in de keuken. Een flinke regenbui teisterde de kamerbrede schuifpui en in de schemer van het ochtendlicht speurde ik naar buiten, op zoek naar een overlopende dakgoot. Helaas, het nat worden van mijn sokken verried dat ik het probleem niet zozeer buiten moest zoeken. Achter het ladenblok onder de spoelbak kwam het regenwater me tegemoet gutsen. ‘De regenpijp moet los van de afvoer’, was het eerste dat in me opkwam. Dus deed ik een poging snel een paar schoenen aan te trekken in de donkere gang en schoot ik half struikelend de regen in om de vloed te stoppen.
In de keuken is het inmiddels weer droog. Behalve in de spoelbak, die weigert halsstarrig om leeg te lopen. Daarom vanochtend de spade ter hand genomen en de verbinding tussen de nieuwe keukenafvoer, de regenpijp en de bestaande riolering opgegraven. Het duurde niet lang voor het water me tegemoet kwam. Een chirurgische ingreep met de zaag bracht verlichting in de spoelbak, maar ondertussen vulde de vers gegraven put zich steeds verder met afvalwater dat uit de verkeerde richting kwam. Doorspuiten met de tuinslang bracht ook geen soelaas. Het enige resultaat was meer prut. Morgenochtend komt de ontstoppingsdienst de dertig meter rioolbuis richting de straat schoonspuiten.
Laat ik mij dan nu maar eens richten op die afgebroken sleutel in het slot van de voordeur…