just don’t

Wereldnieuws vandaag. Volgens de New York Times zal Lance Armstrong nu toch overgaan tot bekentenissen. Alle media in rep en roer. Iedereen opgewonden. Maar waarover? Over een eventuele bevestiging van wat we eigenlijk al weten? Voor een kruiperig mea culpa van een groot kampioen die zich klein heeft laten krijgen? Een knieval voor de commercie? Een laatste zucht naar aandacht?

De zaak Armstrong is een zegen en een plaag voor de sport in het algemeen en de wielersport in het bijzonder. Natuurlijk is er decennialang gespot met alle natuurwetten. Zijn jonge kwetsbare sportmensen willens en wetens volgepropt met lichaamsvreemde rommel om hun prestaties beter te kunnen controleren. Zijn er mensen betrapt, mensen gestorven en mensen de beste gebleken van alle tricheurs. En toen kwam Lance.

Lance rees op uit de dood. Overwon kanker en Ulrich. Zeven keer nam hij een gele trui mee naar huis. Iedereen buiten Frankrijk vond het geweldig. En in Frankrijk ook, maar alleen als er niemand luisterde. Armstrong zette alles op die ene koers. Zijn training, zijn ploeg en zoals nu bewezen lijkt, zijn dopingprogramma. Heer en meester. En we weten allemaal waar dat toe leidt: Afgunst en naijver.

Heeft er al eens iemand berekend wat het gekost heeft om Lance ten val te brengen? Om de wielersport zuiver te maken? Om de illusie van de grote Amerikaanse sportlegenden in stand te houden? In geld en carrières. In dromen en plezier. Nee, iemand heeft bedacht dat de onderste steen boven moet komen. Dat de wereld recht heeft op de waarheid. Op gerechtigheid. Ten koste van alles.

Het lijkt verdorie wel ouderwetse salonpraat. Een opmaat naar de zoveelste onzinnige oorlog. Tegen de buren, een afwijkende ideologie, terrorisme of doping in de sport. Wat maakt het eigenlijk uit? Iemand is op zoek naar een overwinning en zal die krijgen. Tegen elke prijs. Lancegate is geen gat, het is het deksel van de beerput. Het begin van het einde. Armstrong het ideale boegbeeld om te slachtofferen. Van alle zondaars de grootste.

Lance, ga lekker een eindje fietsen. Kijk een filmpje of doe iets anders wat mensen graag doen in het weekend, maar ga in godsnaam niet met de tranen in je ogen over tot een bekentenis. Hou de eer aan jezelf en hul je in stilzwijgen. Het diepste dat je kunt vinden. Wat je nu ook gaat vertellen, niemand zal het nog willen geloven. Het zolang gezochte antwoord zal eruit gelicht worden en de capitulatie een feit. Mijnheer Armstrong, houd voet bij stuk en doe het niet.

 

Deze blog is ook te lezen op de wielerblog Het is Koers.

grijsaard

Zwaaiende hamers. Doffe klappen. Beukende brekers, vergruizend steen. Zakken vol puin vinden hun weg naar buiten middels krakende ruggen en een steile trap.

Een vonkenregen in het halfduister. Een zware stalen balk vindt met vereende krachten zijn plaatsje waar eens een muur stond.

Tevreden gezichten. Pintjes in de deuropening. Regen die gestaag blijft vallen. Een blik in de spiegel verraad een dofgrijs kapsel. Daar is meer water voor nodig.

pannenkoek

Nadat iedereen zijn of haar vrees dan wel deceptie over het uitgebleven einde van de aarde zoals wij die kennen uitgebreid heeft verzopen in grote hoeveelheden kerstwijn kunnen we wel even stilstaan bij die aardkloot zelf.

Nu zo goed als onomstotelijk is komen vast te staan dat de Mayakalender niet betekenisvoller is dan de bescheurkalender, lijkt het me niet verkeerd om eens een ander oud misverstand aan de kaak te stellen. Jaren geleden waren er wetenschappers die ons op zeer overtuigende wijze wisten te overtuigen van hun idee dat onze oude vertrouwde aarde niet plat, maar rond was. Bol, wereldbol. Ze konden er zomaar omheen varen, zonder dat ze aan de einder over het randje tuimelden. Het barmeubel kreeg ook veel meer inhoud. Al zou het misschien wat ver gaan om deze betekenisvolle ontdekking toe te schrijven aan de drankzucht van het intellectuele kruim uit die periode.

Maar hadden ze wel gelijk? Bij het rechte eind? Juist nu, nu de wereldwijde vrees voor wat iedereen achteraf af zal doen als kolder en lariekoek is geweken, valt op hoeveel mensen op het randje lopen. Bang voor de dreiging van het onbekende hun heil zoeken in rigoureuze maatregelen. Risico’s nemend die hen dichter bij de afgrond brengen dan ze zich ooit hadden kunnen voorstellen. Zich vastbijtend in cirkelredeneringen die hun geloof in het ongrijpbare moeten onderbouwen. Op zoek gaand naar de grenzen, van mogelijkheden, van fatsoen en van geduld. De aarde is dan misschien wel bol, onze wereld wordt alsmaar platter en platter.