Ik schrijf de laatste tijd wat vaker over mijn eigen streek. Zeeland, Zeeuws-Vlaanderen, de schimmige verschillen op de zandrug die ons scheidt van Vlaanderen. Het in zichzelf gekeerde van de in vette klei gedoopte polders. Betrokkenheid langs een kant, ergernis langs de andere. Niet van die zandrug, maar over mijn rug. Over de rug van alle Zeeuwen. Nu weer scheidend Commissaris van de Koningin Karla Peijs, die in de PZC van zaterdag een interview geeft over haar jaren in Zeeland. Over de aard van de Zeeuwen, de kansen, de tekortkomingen. Over toerisme en industrie. Over gewild en ongewild zout water over de vruchtbare akkers.
De redacteur van dienst doet dat slim. Op de voorpagina vast uitpakken met de meest controversiële uitspraak van het hele interview. Misschien wel de enige van die soort. ‘Tol is een zegen voor Zeeuws-Vlaanderen.’ Zo’n uitlating wordt wel opgepikt. Zeker aan deze kant van het water. Ik ga er in elk geval door lezen. Helaas boeit het niet. Mevrouw Peijs heeft niets te vertellen. Alleen losse flodders, zelfs geen beklijvende anekdote. Nadruk op de marinierskazerne. Nog maar eens. Is dat het enige dat er bereikt is? Het binnenhalen van een legereenheid, die met een beetje pech straks vreselijk gaat botsen met alle toerisme- en natuurontwikkeling die er in diezelfde omgeving is opgebouwd? Een sneer naar de bevolking onder de Westerschelde, die te voorzichtig is, te bang. Een sneer naar de bewoners van ‘de eilanden’, die zonder protest alle aandacht uit lieten gaan naar die eerste groep. Het getuigt van een gebrekkig inlevingsvermogen, van te weinig respect zelfs. Bij de recente herdenkingen rond de watersnoodramp begreep ze de diepgewortelde weerstand tegen de ontpoldering. Dan pas, nu pas. Geen wonder dat al die schepen zonder pardon aan Zeeland voorbij mogen varen.
Ik wil hier geen kruistocht houden tegen Karla Peijs, niet tegen de Zeeuwse politiek, niet tegen de media, maar het wordt tijd dat er eens wat anders gekeken wordt. Naar Zeeland, door Zeeland. Zeeuws-Vlaanderen zal niet leeglopen wanneer we zonder betalen door de tunnel mogen. Winkelen in Goes en Middelburg is ook dan voor de gemiddelde Zeeuws-Vlaming nog verder rijden dan Brugge, Gent of Antwerpen. En wie belet de stroom in de andere richting? Het is een voorbeeld van de oogkleppen die de kansen van deze prachtige provincie tekort doen. Natuurlijk, Zeeland is een samenraapsel van eilanden en water. Van overkaonters en buutendiekers. Ooit al eens iemand bedacht dat daar ook onze kracht in kan zitten? In die veelzijdigheid.
Een kracht die we niet zullen kunnen benutten door het uithollen van alle voorzieningen. Een kracht die we moeten bundelen door het laten voortbestaan van juist die eigenheden die Zeeland maken tot wat ze is: Een van de meest intrigerende samengestelde regio’s van Europa. Die voorbeeldfunctie, daar moeten we wat mee. Meer Zeeuwrespect, dat is wat we nodig hebben!