zomerkoorts: 7. aix-en-provence – montpellier

Achter het glas kijkt zijn secretaresse veelbetekenend naar de grote klok aan de muur. Duidelijk. ‘Heren, we moeten afronden.’ Mappen worden dichtgeslagen. Een vervolgafspraak in diverse smartphones getikt. Dit soort gesprekken duurt altijd langer dan je zou willen. Tijd genoeg en toch nog weer haasten om de volgende afspraak te halen.

Wanneer Eddy als laatste de glazen conferentieruimte verlaat, haakt Regina net in. ‘Koffie? Je hebt nog even tijd, de auto staat pas over een half uurtje klaar.’ Hij knikt. Legt de paperassen van het overleg op haar bureau en kijkt op zijn horloge. ‘Dan mis ik natuurlijk weer net de aankomst.’ Regina zet de koffie voor hem neer. ‘Montpellier was het vandaag hè? Daar ben ik volgens mij wel eens geweest. Met Steven. Of was het nu met Miguel? Lang geleden in elk geval. Mooie stad wel. Warm.’ Eddy luistert maar met een oor. Regina is een schat, kan overal over mee praten. Heeft overal een verhaal bij. Achteloos neemt hij een slok van zijn koffie. ‘Au, godverdomme, heet!’ Het plastic bekertje klettert tegen de grond. Koffie spat op tegen zijn lichte broek. Zo vlug als water staat de secretaresse klaar met tissues om de vlek op zijn stropdas te deppen. Een overvloed aan excuses. ‘Niet jouw schuld. Laat maar.’

Dat valt nog helemaal niet tegen voor een Franse auto. Niet van die slappe stoelen zoals in de Renaults waar zijn oom vroeger altijd in reed. En best pittig. Eddy laat zijn aanvankelijke scepsis varen. Het is tenslotte maar een tijdelijke oplossing. Tot de nieuwe geleverd wordt. ‘Hoe zet ik hier die radio aan?’ De overdaad aan knopjes en toetsen maakt hem nerveus. Maakt hem altijd nerveus. Gewoon aan/uit, hoe moeilijk kan het zijn? De muziek op de voorgeprogrammeerde popzender bonkt ongenadig hard uit de luidsprekers. Onwillekeurig knikt hij. Onder de indruk van de kwaliteit van de installatie. Zoekt een andere zender. Radio Tour de France. Maakt een vervaarlijke zwieper om de plots voor hem opduikende medeweggebruiker te ontwijken. ‘Misschien eerst maar even een parkeerplaats opzoeken. Voor mijn eigen veiligheid.’ Eddy lacht om de manier waarop hij zichzelf hardop terecht wijst.

Ja, Radio 1, oh nee, de Vlaamse tongval van de presentator verraad dat het toch de verkeerde zender is. Dit is hem wel. Gio Lippens doet verslag vanuit de karavaan. Van Den Broeck niet gestart? Slecht voor de poule. Abandon Nacer. Wie? Frans kampioen geweest. Het zegt Eddy niets. Het verkeer vertraagt. Eddy kijkt nogmaals op zijn horloge. Voelt zich opgejaagd. Heeft beloofd vanmiddag wel op tijd thuis te zijn. Samen eten. De kinderen zullen er ook zijn. En Trixie. Hij weet niet goed wat hij van het meisje moet vinden. Vindt het niets voor zijn zoon. Veel te vrijgevochten. Een echt brutaaltje. Maar ze heeft wel iets dat mensen behaagt. Mannen behaagt? Hij weet het niet. Ze rijden op het langzaamste schema. Weer dat horloge. Gaat het nu wat sneller? Net als hij gas bij wil geven schuift er een witte bestelbus in het gaatje. Wat een heksenketel.

 

De titel doet het misschien al vermoeden, deze maand is de Tour de France aanleiding voor een dagelijks feuilleton. In de eerste plaats bedoeld voor wielerblog Het is Koers, maar vanzelfsprekend ook hier te volgen. Het begint bij de proloog. De aflevering van morgen vind je hier.

zomerkoorts: 6. cagnes-sur-mer – marseille

‘Wat een weer.’ Leontien schudt de druppels van haar regenjas. ‘Ik hoop dat het straks een beetje beter wordt.’ Judith knikt bevestigend. ‘Eerst een kopje thee?’ ‘Marianne zit nog in de auto, misschien moeten we maar meteen… Ach, dan moet ze maar even naar binnen komen. Heb je koffie?’

Michael staart uit het raam van de woonkamer. De naargeestige aanblik van de gestaag vallende regen werkt op zijn zenuwen. Hij heeft absoluut geen zin in een dagje ‘Solden’ met zijn moeder en haar vriendin. En al helemaal niet in dit weer. ‘Michael! Michael, roep jij Marianne even? Die zit nog in de auto. We gaan nog niet direct.’ Gaat Marianne ook mee? Marianne gaat ook mee! Michael schiet een paar schoenen aan en stormt in zijn T-shirt naar buiten. Terug. Pakt een paraplu en kijkt om zich heen waar Leontien heeft geparkeerd.

‘Is het waar? Wat er in de krant stond over Lars. Dat ie high was?’ ‘Michael,’ sist zijn moeder. ‘Nee natuurlijk niet’, bijt Marianne hem toe, ‘hoe kun je dat nu geloven’. De jongen kijkt opzij. Geschrokken van de bitse reactie van het anders zo vrolijke meisje naast hem op de achterbank. ‘Sorry’, mompelt hij. ‘Ik wist niet dat je kwaad werd’, denkt hij stilzwijgend. ‘Iedereen denkt altijd meteen dat hij alles weet. Dat alles wat in de krant staat waar is.’ Ze is op dreef. ‘Waarom zou…’ ‘Marianne! Genoeg zo.’ Leontien blikt veelzeggend over haar schouder. Haar dochter uit het raampje, het gezicht op onweer. Antwerpen, nog twintig kilometer.

Blozend staat het meisje in de opening van het pashokje. Het gordijn maar half open geschoven. Leontien monstert haar dochter uitvoerig. ‘Kom nou eens uit dat hokje.’ ‘Ik weet het niet. Het voelt zo bloot. Alsof het elk moment kan afzakken. Ik ga dit echt niet zo zonder bh dragen hoor.’ Onwennig draait Marianne voor de spiegel in een kort strapless zomerjurkje dat losjes haar tengere figuur volgt. ‘Het staat je geweldig.’ ‘Ja maar mam…’ ‘Kind, als ik jouw figuur had…’, doet Judith een duit in het zakje. Haar handen veelbetekenend voor haar voluptueuze boezem houdend. ‘Michael, zeg jij dan eens hoe prachtig ze er uit ziet.’ De knul kijkt betrapt weg van het meisje. Zijn beurt om te blozen.

‘Hier, hou eens vast.’ Door het gordijn geeft Marianne het jurkje aan. In zijn haast het aan te pakken laat Michael een van de papieren tassen die hij al voor haar vast hield vallen. Onhandig probeert hij alles weer in zijn greep te krijgen. Door een kier in het gordijn ziet hij in een flits de spiegel in het pashokje. Een glimp van zijn oude buurmeisje dat in niets nog op zijn oude buurmeisje lijkt. Schielijk kijkt hij om zich heen. Niemand heeft het gezien.

‘Sorry.’ Achter het gordijntje hijst Marianne zich in haar jeans. ‘Voor daarnet in de auto. Ik vind het zo akelig dat iedereen nu gaat denken dat mijn broer een junk is. Of nog erger, een dealer.’ Michael mompelt iets bevestigends. ‘Papa zat gisteravond naar dat tourprogramma te kijken. Ging alleen maar over doping, liegen en bedriegen. Vandaag fietsen ze naar Marseille. Wist je dat daar jaarlijks meer drugsdoden vallen dan in New York?’

Op de keukentafel ligt een briefje. ‘Papa is pas na tienen thuis, iets met een lange etappe, het laatste rechte eind en even doortrekken. Whatever. Ik eet bij Trixie, ben op tijd thuis.’ Leontien zucht. Tot zover het ploegenspel. Het treintje valt vroegtijdig uit elkaar.

 

De titel doet het misschien al vermoeden, deze maand is de Tour de France aanleiding voor een dagelijks feuilleton. In de eerste plaats bedoeld voor wielerblog Het is Koers, maar vanzelfsprekend ook hier te volgen. Het begint bij de proloog. De aflevering van morgen vind je hier.

zomerkoorts: 5. nice – nice

Voorzichtig schuift Eddy terug onder het dekbed. Drukt zijn hoofd diep in het donzen kussen. Luistert naar de ademhaling van zijn vrouw. Ze slaapt. In het schemerdonker staart hij naar het plafond. Kijkt hoe de strepen licht die door het slecht neer gelaten rolluik vallen langzaam breder worden. Ergens in het huis gaat een deur open. En weer dicht. Een toilet wordt doorgespoeld. De stilte neemt weer over. Oorverdovende stilte. Gevuld met kwinkelerende vogels. De knetterende brommer van de krantenjongen. De diepe brom van de Volkswagenbus van de buurman drie huizen verder. Een hond blaft. De ontwakende straat. Tevreden met zijn keuze dommelt hij weer in.

‘Eddy.’ Leontien schudt aan de schouder van haar man. ‘Au.’ ‘Je hebt je verslapen.’ Leontien negeert het gekerm. Eddy bromt iets onverstaanbaars. ‘Het is al acht uur geweest.’ ‘Maak je niet druk lieverd, ik blijf thuis vandaag. Ik denk dat ik hier even harder nodig ben.’ Zijn vrouw kijkt hem vragend aan. Niet begrijpend. ‘We moesten maar eens wat tijd uittrekken voor de kinderen. De neuzen dezelfde kant op proberen krijgen. Dit kan zo niet langer.’ Met een reuzenzwaai zwiert Eddy zijn benen over de rand van het bed en strompelt stijf naar de badkamer.

‘Is pa ziek?’ Lars wacht het antwoord van zijn zusje niet af. Wil een appel uit de fruitschaal pakken en doorlopen naar buiten. ‘Kom even zitten jongen. Jij ook Marianne. Jullie moeder en ik willen even met jullie praten.’ Schoorvoetend schuift de jongen aan, het meisje volgt zijn voorbeeld. Afwachtend op wat komen gaat. Wat hun plannen zijn. Dat ze die maar even moeten doorschuiven. ‘Vandaag willen we samen met jullie doorbrengen…’ ‘Net als vroeger’, valt Leontien hem in de rede. ‘Net als vroeger’, herhaalt Eddy. ‘We zijn enorm geschrokken van wat er de laatste dagen allemaal is gebeurd. Wat er met jullie gebeurt. Met ons, met ons als gezin.’ De kinderen kijken hem aan alsof ze het in Keulen horen donderen. ‘Wat…’, probeert Lars een opening te forceren. ‘Vandaag gaan we met zijn allen naar het strand.’ Eddy gooit de deur dicht. ‘Geen afspraken, geen verplichtingen. Gewoon wij met zijn vieren, een bult zand en een plas water.’

Leontien slaapt. Haar ogen verstopt achter een grote zonnebril. Haar slappe borsten, glimmend van de zonnecrème, bewegen zacht op het ritme van haar ademhaling. Marianne staat aan de vloedlijn met haar voeten in het water. Eddy bedenkt dat ze met de dag meer op haar moeder gaat lijken. Op het meisje waar hij vierentwintig jaar geleden zo halsoverkop verliefd op werd. Hij kijkt naar zijn zoon, die een paar meter verderop verdiept is in zijn mobiel. Koptelefoon op, alleen op de wereld. Dit is niet wat hij voor ogen had vandaag.

‘Wat doe je Lars?’ De jongen kijkt op. Houdt een hand boven zijn ogen tegen de felle zon. Pulkt een oortje uit zijn oor en kijkt vragend naar zijn vader. ‘Is het niet fijn, zo’n dag samen?’ Het klinkt wat onbeholpen. Lars haalt zijn schouders op. ‘Kun je TV kijken op dat ding? Hier?’ Lars knikt, ‘wil je de tour zien?’ ‘Ploegentijdrit vandaag.’ Zijn zoon verdiept zich in het apparaatje. ‘Hier.’ Eddy verdiept zich in het kleine beeld. Schermt het met zijn handen af van het zonlicht. ‘Omega doet het goed. Kijk jongen, hoe dat ronddraait. Dat molentje, die waaier. Wat een samenwerking. Hoe zo’n ploeg op elkaar vertrouwt om met zijn allen over de streep te komen.’ Lars kijkt met hem mee. Zegt verder niets.

‘Heb je dit gezien pa?’ Lars houdt zijn mobiel voor het gezicht van Eddy. ‘Die Ted King mag morgen niet meer starten, omdat hij zes seconden te laat binnen was. Hij kon zijn ploeg niet volgen. Dat wil ik niet pa.’ Eddy kijkt naar zijn zoon. Weet niet zeker of hij begrijpt wat hij bedoeld. Leontien kijkt op, vergeet FC de Kampioenen voor een moment. ‘Jullie mogen me niet laten vallen. Ik heb niets gedaan, iemand moet een fout gemaakt hebben.’

 

De titel doet het misschien al vermoeden, deze maand is de Tour de France aanleiding voor een dagelijks feuilleton. In de eerste plaats bedoeld voor wielerblog Het is Koers, maar vanzelfsprekend ook hier te volgen. Het begint bij de proloog. De aflevering van morgen vind je hier.