Met in een hand een drinkbus en in de andere zijn stuur kijkt Eddy achterom. Wiebelig. Net te langzaam voor zo’n manoeuvre. De licht glooiende D-weg ligt kaarsrecht achter hem. In de verte fietst Lars. Ploetert Lars. Eddy zet een voet aan de grond. Te vroeg. Tien meter verder geeft een groepje bomen wel wat beschutting tegen de brandende zon.
Zwaar ademend hangt Lars over zijn stuur. Knijpt wat lauw water uit zijn bidon in zijn nek. Baalt. Gisteravond reed hij die ouwe nog finaal naar huis op de steilste hellingen. Nu kan hij op het eerste het beste stukje vals plat al niet meer volgen. Eddy grijnst. Zijn gedachten bij hetzelfde. ‘Te laat naar bed gegaan jongen? Of te weinig geslapen?’ De onderliggende sneer ontgaat de jongen volledig. De knipoog van zijn vader wordt niet begrepen. ‘Vertel me liever wat jij gepakt hebt, dat je vandaag zoveel energie hebt.’ De knul zet aan. Zijn vader verbouwereerd achter latend.
‘Wat bedoel je daarmee?’ Eddy hangt hijgend in het wiel van zijn zoon. De kleine remonte na de plotse demarrage van Lars snijdt hem de adem af. ‘Waarmee?’ Lars kijkt onder zijn arm naar het voorwiel van zijn vader. Probeert verbeten zijn tempo hoog te houden. ‘Over dat pakken.’ Lars haalt zijn schouders op. Houdt zijn benen stil. ‘Oh dat. Geintje.’ Een slecht geacteerde grimas. Eddy zwijgt. Peddelt rustig naast zijn zoon, die nu een realistischer tempo aan houdt. ‘Waar ligt voor jou de grens pa? Tussen doping en drugs. Wanneer is het geoorloofd?’
Een razende vrachtwagen vol stinkende varkens passeert het tweetal op enkele decimeters. Een Hollandse truck. Eddy gebruikt de tijd waarin het geraas van de motor alles overstemd om een antwoord te formuleren. ‘Nou?’ Lars is niet van plan het moment voorbij te laten gaan. ‘Ik denk niet dat het hetzelfde is’, probeert Eddy. De jongen schudt met zijn hoofd. ‘Te makkelijk pa. Te makkelijk.’ ‘Verdovende middelen of stimulerende middelen?’ ‘Terminologie’, doet zijn zoon het slecht uitgewerkte argument af. ‘Weet je wat ik denk? Dat het allemaal niet zo erg lijkt als het een ver van je bed show is. Als je niet na hoeft te denken over eventuele gevolgen voor jezelf.’
Die zit. Daar heeft Eddy niet direct een antwoord op. Niet over nagedacht. Nooit bij stil gestaan. Zoekt koortsachtig naar de tegenaanval. Bang om de geboden opening meteen weer dicht te gooien. ‘Waar wil je heen Lars? Naar een inhoudelijke discussie over de gevolgen van drugsgebruik versus het gebruik van verboden middelen in de sport? Over de hypocriete kijk op de verschillen tussen een pintje na de koers en een pilletje om op uit je bol te gaan in het weekend? Of wil je gewoon aantonen dat ik me niet druk moet maken. Dat ik met mijn tijd mee moet gaan en het allemaal maar normaal moet vinden dat mijn bloedeigen zoon de auto total loss rijdt onder invloed van harddrugs?’ Zonder het te willen draait Eddy zichzelf steeds verder op. Niet capabel zijn onmacht te verbergen. Bang de aansluiting te verliezen.
‘Naar de camping pa.’ Lars knikt naar het bord. Driehonderdvijftig meter. Zet aan. Pakt een, twee, drie lengtes voorsprong. Een laatste krachtsinspanning. Eddy trekt aan zijn stuur. Benut zijn technische voorsprong. Trekt en stampt aan zijn koerspedalen. Schakelt zwaarder dan de jongen bij kan benen op zijn mountainbike. Een ongelijke strijd van bij het begin. ‘Morgen komt de Tour hier in de buurt toch?’ Eddy knikt hijgend naar zijn rood aangelopen zoon. ‘Ik wil dat circus wel eens van dichtbij zien. Dan praten we verder.’
De titel doet het misschien al vermoeden, deze maand is de Tour de France aanleiding voor een dagelijks feuilleton. In de eerste plaats bedoeld voor wielerblog Het is Koers, maar vanzelfsprekend ook hier te volgen. Het begint bij de proloog. De aflevering van morgen vind je hier.