plié

Toch nog onverwacht schieten de armen geluidloos naar voren. Het lichaam strekt zich. In een vloeiende beweging komt ze naar me toe. Uitnodigend, buigend, door de knieën. Ongeduldig grommend bestijg ik het harde bed. Tot de aanslag. Klikvast. Eenmaal van de grond neemt ze me in zich op en ontspant. Hulpeloos laat ik mij meevoeren op de tonen van de muziek.

20120723-180230.jpg

gebarentaal

Het heeft geen pas om mijn lezers te vragen of ze wel eens naar TV-Oranje kijken, dat begrijp ik. Nochtans geeft deze schitterende zender vele muzikaal uitgedaagde landgenoten een nationaal platform voor hun talenten. Het zou te makkelijk zijn om nu naadloos over te gaan in het ridiculiseren van het pluimage dat swingend en hossend mijn scherm vult. Het is niet aan mij om te oordelen over de culturele meerwaarde van licht uit de maat dansende achtergrondmariekes met een net iets te ordinaire uitstraling. Ik zal ook niet uitweiden over het gebrek aan zonnige locaties om een leuke strandclip te schieten. Noch over zichzelf te serieus nemende mannen met een zingende midlifecrisis. Nee, waar ik het graag over wil hebben is het vingertje. Het vingertje van Jan Keizer. Er komt nagenoeg geen clip voorbij op mijn favoriete cultuurzender, zonder het vingertje van Jan Keizer. Je doet niet echt mee op TV-Oranje wanneer je het vingertje niet onder de knie hebt. De kracht van menig Nederlandstalig lied schuilt in de overdracht van de doordachte teksten. Neem eens de moeite om op YouTube een oud filmpje van BZN te bekijken en er zal een wereld van begrip voor je open gaan. Het wijzende vingertje, beide handpalmen open, een gebalde vuist, de hand op het hart, het wijdse gebaar. Wil je als artiest geen gek figuur slaan op het podium of in je videoclip, dan moet je het hele assortiment handgebaren onder de knie hebben. Dat heeft Jan al die jaren goed voorgedaan en goed voorbeeld doet nu eenmaal goed volgen. Goed, sommige beginnende zangers en zangeressen hebben nog niet de finesse van de Volemdamse volksheld, maar besef wel dat het een onderschatte kunstvorm is. Probeer het eens voor de spiegel. Het juiste gebaar op het juiste moment. De handjes open, het vingertje vooruit, de armen losjes gebogen. Het is timing, het is souplesse, het is de kern van het Nederlandse lied. Heb je het vingertje van Jan Keizer onder de knie, dan ligt de wereld voor je open.

oorlog en vrede

Vanuit mijn strategische positie in de hoek van de voorkamer strekt het slagveld zich voor me uit. Wild steigerend staat de schommelezel aan mijn voeten. De felgekleurde houten blokken vliegen ongecontroleerd in het rond. Links van mij kletteren ze tegen het krijtbord, dat in een wankel evenwicht op het halfnaakte lichaam van het negerpopje balanceert. Rechts voor me ligt een andere pop, doodstil op haar buik onder het gehavende deksel van de curverbak die de Legoblokken hoort te bevatten. Haar arm in een onnatuurlijke houding om een plastic hamburger gedraaid. Er naast speelt een blauwe olifant op het keyboard. Zo hard dat ik de kermis van de Little People er nog nauwelijks bovenuit hoor blêren. De kat zit met grote verschrikte ogen bovenop de bruine Ikeabank. Klaar om op de vlucht te slaan zodra er zich een opening voor doet. Er beweegt iets onder de roze geborduurde handdoek die voor de bank ligt. De rode schoentjes zoeken dekking. Dwars door de Schoolstraat rent een grote rammelaar in de richting van de eettafel. Zijn wanhoopspoging gestuit door de eerste drie van ontelbare kleurpotloden, die, verspreid als Dad’s Army op oefening, in een hinderlaag rond de tafel liggen. Sommigen verdekt opgesteld naast een kleur- of tekenboek. Anderen als een duveltje uit een doosje vanachter een stoelpoot springend. De strandbal is geslachtofferd en blaast zijn laatste adem uit voor de deur naar de gang. Hij heeft het niet gered. Tussen een regiment gehavende stickervellen is een eenzame knalroze Crock de stille getuige van een vuile oorlog. Het paleis is bezet door een regiment skippydieren. De vlag halfstok. Achter de horizon zie ik stofwolken boven de keuken hangen. De strijd is nog niet gestreden. Over negen uur komt ze thuis.