langs de loire

Sommige schrijvers ontmoeten beeldschone vrouwen. Duitssprekende negerinnen drijven topless aan ze voorbij op Franse rivieren. Geflankeerd door prachtig gebeeldhouwde blondines picknicken ze op zanderige strandjes. Poëzie declamerend en goedkope wijn drinkend.

Beginnende literatoren zoals ikzelf zijn niet zo gelukkig. Zij moeten het doen met een iets te dikke taxichauffeur in een wit T-shirt, die tijdens de lunchpauze zijn zwarte vuilnisbakkenras van stok en beweging voorziet. Iets wat de man zelf ook zou kunnen gebruiken. Een stok. Het slepende been beperkt hem duidelijk in zijn bewegingsvrijheid.

Drie middelbare dames kruisen mijn blikveld. Gekleed alsof ze dertig jaar geleden ook al middelbaar waren. Overal bloemetjes. Ze zouden Violet, Daisy of Rose kunnen heten. Probleemloos een angstaanjagende zuster met een onbetekenende ambtenaar als echtgenoot kunnen hebben. Ze dragen ‘gemakkelijke’ schoenen. Van die leverkleurige. Met een open neus en een smal sleehakje. De tred kwieker dan de uitstraling. Geen aandacht voor de omgeving.

Wat verderop tuurt een man naar het tipje van een hengel. Geconcentreerd. Ademloos bijna. De ogen tot spleetjes geknepen onder de rand van een klein strooien hoedje. Zweetpareltjes tekenen zich af langs het dunne zwarte snorretje van zijn vrouw. In haar hemdsmouwen kijkt ze nu en dan op naar de prestaties van haar man. Uitdrukkingsloos. Ongeïnteresseerd. Ze leest verder in haar boek. Een dikke pil met een roze zonsondergang op de kaft. Niet zo roze als haar bovenarmen, die glimmend van de radeloze zonnecrême lillend over de leuning van haar zuchtende campingstoeltje hangen.

Zo schrijf ik mij naar een toekomst als gevierd auteur. Waarin ik klakkeloos mijn versie van een natte droom durf neerschrijven. Schaamteloos en niet langer wars van enige pretentie. Dan schrijf ik gewoon over het retestrakke tienermeisje, dat hier vanmiddag uit de auto van haar ouders rolde, in een dito zwarte legging die nog weinig aan de verbeelding overliet. Over de dierlijke aantrekkingskracht van mooie jonge vrouwen die met de bandjes van jurk en bh naar beneden in het zonnetje op hun lunch zitten te knabbelen. Over de zomerse hitte en de invloed ervan op de hormoonhuishouding van middelbare mannen. Toekomstmuziek. ‘The future’s so bright, I gotta wear shades.’

uit de mouwen

Vakantie in een moderne auto is comfortabel. Stil, koel, snel en betrouwbaar. Meestal toch. En ontzettend saai. Ik heb een zwak voor ouwe rammelkasten. Voor de meesten geen verrassing, maar voor al die duizenden lezers die mij niet persoonlijk kennen, ik heb dus een zwak voor ouwe rammelkasten. Nu staan hier schuin tegenover ons op de camping twee van die heerlijke Franse ribbelbussen. Correctie, Hollandse Franse ribbelbussen. Dan moet zo’n eigenaar dus niet zijn motorkap openzetten, dan ben ik niet meer te houden. ‘Hij wordt te warm’. Heerlijk, lekker meekletsen en mijn handen vuil maken aan stokoude koelslangen, bedwelmend zoete koelvloeistof en een net te heet motorblok. Het busje doet het weer. Mijn vakantie is compleet. Tijd om naar huis te gaan.