bladgoud 4

Vol overtuiging kijk ik mezelf aan in de spiegel. Goeie kop. Zongebruind. Kapsel in de plooi. Mijn gespierde armen komen goed uit in het gele polo-shirtje. De knoopjes open. Net geen borsthaar in het zicht. De gouden schakelketting om mijn nek kleurt goed bij het zachte geel van het shirt. Ik veeg een losse wimper van mijn wang. Dep een beetje zweet van mijn voorhoofd. Jammer van mijn broek, die vlekken zullen wel stomerij betekenen. Achter me giechelt een stelletje in een van de hokjes. Smakkende geluiden. Onwillekeurig kijk ik om. Onder het halve deurtje de gespannen kuiten van een hurkend meisje. Wiebelig. Ritmisch. Twee jonge knullen staan tegen de wastafel geleund het schouwspel te bestuderen. Hardop te fantaseren wat er zich afspeelt. Smakeloos. Ik verlaat de fel verlichte ruimte en loop door de donkere gang in de richting van de muziek. Telkens wanneer de deur boven aan de trap open gaat dringt er een flard door. Dan weer alleen de gedempte bassen.

Ik zoek een strategisch plekje aan het eind van de centrale bar. Hier, tussen de dansvloer en de ingang, heb ik een goed zicht op wie er binnen- en buiten gaat. Genoeg beweging om het vrouwelijk schoon te bekijken. In groep dansend. Flirtend. Drinkend. Wie er op jacht zijn. Wie er voorzien zijn. Wie er alleen staat. Het meisje in het witte jurkje verschijnt aan de rand van de dansvloer. Ze kijkt om zich heen. Even hoop ik dat ze mij zoekt. Nah, ik weet wanneer ik mijn pogingen moet staken. Ze passeert me rakelings, maar lijkt me niet te herkennen. Jammer, ik mocht haar wel. Leuk koppie, lekker figuur, beetje kleine tieten misschien. Ja, dat is het, geen tieten, niets voor mij. Ik kijk haar nog even na. Het witte jurkje lijkt nog strakker tegen haar bezwete lijf te plakken dan daarnet. Veel heeft ze er niet onder. Maar dus ook geen tieten. Ze gaat naar buiten. Ik draai me om naar de bar. En weer terug. Ze is opgeslokt door een groep gillende Engelse meiden. Ik probeer er omheen te laveren. Mors mijn bier. Stamel een excuus tegen een jonge knul wiens overhemd nu nog wat harder stinkt. Dan sta ik buiten. De spots boven de ingang verlichten wat rokende feestvierders. Een jong meisje in hotpants en een rood topje gaat over haar nek aan de rand van het strand. Achter haar zie ik een groepje half naakt de zee in rennen. Hun gegil gaat op in het gedruis van de omgeving. Ze is weg. Onwillig en plat. Ik lijk wel gek. Ik draai me om en loop de deur door die voor me open wordt gehouden.

Het Engelse groepje is gehalveerd. Twee van de dames dansen uitdagend rond een van de obers. Een derde staat er wat verloren bij. Ik zet mijn zonnebril in mijn haar en vraag haar wat ze drinken wil. Of ik de laatste tijd wel eens in een spiegel gekeken heb. De laatste vijfentwintig jaar bijvoorbeeld. Trut. Nee, jij bent een lekker ding. Met je dikke reet en je pafferige kop.

Mijn plekje aan de bar is ingenomen door een kerel met een matje in zijn nek. Zijn linnen hemd staat veel te ver open. Borsthaar overal. Wat een poseur. Denkt ie werkelijk dat hij zo gaat scoren? Hilarisch. Ik verleg mijn werkterrein naar het andere einde van de bar. Hier is het drukker. Statischer. Hier moet ik zelf manoeuvreren. Twee meiden dansen lepeltje-lepeltje. Ik ga er achter staan en doe met ze mee. Het achterste meisje lijkt het niet erg te vinden. Ik voel haar billen tegen mijn kruis schuren. Dit gaat goed. De armen de lucht in. Ze fluistert iets in het oor van haar vriendin. Het zwartharige meisje voor haar draait zich om en begint haar vriendin te tongen. Voorzichtig druk ik mijn heupen nog wat verder naar voren. Op het ritme van de muziek draai ik mee met elke beweging van haar kontje. De zwarte draait zich om mij heen en drukt haar flinke borsten tegen mijn rug. Haar armen om mij heen op de heupen van haar blonde vriendin. De blonde zakt langzaam door haar knieën, de ander zakt mee. Ik voel billen tegen mijn dijen, borsten tegen mijn kont. Ze glijden weer langs me omhoog. Ik leg mijn handen op de blote buik van het blondje. ‘Handen weg, viespeuk’, sist haar liefje in mijn oor. ‘Ben je jaloers’, vraag ik haar in een overwinningsroes. Ik kan mijn geilheid met moeite nog onderdrukken. ‘Ze is zestien’, gilt ze nu, ‘jij kunt onze opa wel zijn. Engerd’. Hand in hand schieten ze weg. Giechelend. Lachend om die stumper die ze mooi te pakken hadden. Ik ben blij met de relatieve duisternis om mijn opkomende erectie te verbergen. Dat pakken ze me niet meer af. Volgens mij had ze een piercing in haar tepel. Moet haast wel. Ik voelde het toch. Ik bestel nog een bier. Doe maar een grote.

Op een verhoog staan twee danseressen zich in het zweet te werken. Onmogelijk hoog gehakte laarzen en miniscule outfitjes kunnen niet verhullen dat deze dames hun beste jaren hebben gehad. Alle plastische chirurgie ten spijt. Ik vind het geen reclame voor deze tent, zo’n stel van die gerimpelde vellen in een string. Zal wel aan mij liggen. Ik raak aan de praat met Lorna. Lorna is een regular. One of the guys bijna. Altijd in voor een geintje en nooit te beroerd om even bij te springen achter de bar als het echt druk is. In haar dagen moet ze razend knap geweest zijn. Voor een vrouw van haar leeftijd mag ze er zeker nog zijn. Soms kleedt ze zich te jong. Te hip. Dan lijkt ze ouder dan ze is. Maar vandaag is ze precies wie ze is. Een stijlvolle vrouw. Ze straalt succes en zelfvertrouwen uit. Ik geef haar een compliment dat ze wegwuift. ‘Waren ze je aan het opgeilen, die grietjes?’ Kut, ze heeft het gezien. ‘Ach, hoort bij het spelletje’, doe ik laconiek. Ze glimlacht, maar ze lijkt het niet te menen. Ik begin over de danseressen voor ons, maar ik besef dat ze vindt dat ik wauwel. Een andere gast begint tegen haar te kletsen en ik concentreer me opnieuw op een potentiële verovering.

Het meisje waar ik mijn oog op heb laten vallen lijkt me voor in de twintig. Niet zo piep, daar heb ik vannacht geen trek meer in. Van die tietenloze bakvissen die na drie cocktails huns weegs gaan. Met of zonder excuus. Dit dametje heeft pit. Ging net nog helemaal los op de dansvloer en komt nu mijn richting uit gelopen. Ik stel me zo op, dat ze onmogelijk voorbij me kan. ‘Mag ik er even langs?’ ‘Wil je niet eerst iets van me drinken? Je ziet er verhit uit.’ Ze schudt haar hoofd en kijkt over mijn schouder. Ik volg haar blik en kijk in de tronie van de poseur met zijn borsthaar, die lachend een drankje naar haar opsteekt. Ze wringt zich langs me en ik fluister in haar oor wat ze met zo’n engerd moet? ‘Carlo is in elk geval geen zestig. Fosiel!’, bijt ze me toe. Ik wil me verdedigen. Roepen dat ik nog lang geen zestig ben. In geen twintig jaar. Nou ja, in geen bijna twintig jaar. Maar ze is al weg. Hangt al rond de nek van ‘Carlo’.

Verslagen blijf ik achter. Een keer oud genoemd worden is tot daar aan toe. Twee keer is toeval. Drie keer is een slag in het gezicht. Wat zeg ik, een schop in mijn kruis. Ongemakkelijk werk ik mezelf in de richting van de uitgang. In een spiegel zie ik een oude man. Een gerimpelde ouwe kop met een gouden ketting. Wat een poseur. Lorna straalt in de deuropening. ‘Ga je al weg?’ Ik zoen haar op de wang en loop naar buiten. De ochtendzon werpt lange schaduwen over het strand.

 

‘Bladgoud’ is een vakantiefeuilleton in twaalf ongelijke delen. Een experiment met langere verhalen en verbanden om augustus mee door te komen. Zin in meer? Lees hier verder.

sociale onlust

Een rechtbank in Pasadena heeft verstokte gebruikers van sociale media veroordeeld tot twee dagen zomer. De beklaagden werd ten laste gelegd een leven te leiden dat niet door de Timeline was goedgekeurd. De rechtbank achtte de aanklacht bewezen en nam de eis van de aanklager onveranderd over.

Vanuit de hele wereld wordt er geschokt gereageerd op de als buitensporig betitelde strafmaat, die vele onschuldige gebruikers van het internet treft. Vertegenwoordigers van het internationaal genootschap voor veilig internetverkeer, iSAFE, roept de regeringen van de G20 op verstandig om te springen met deze uitspraak. Amnesty International heeft wereldwijd petities uitgezet om deze naar hun zeggen flagrante schending van de mensenrechten aan te klagen. Vooralsnog is er besloten geen digitale actie te voeren, voor de juridische en sociaal-maatschappelijke gevolgen van een dergelijk initiatief voldoende in kaart zijn gebracht.

De geschreven pers reageert diep verontwaardigd en roept haar lezers op zich niet te laten verleiden tot hitte-gerelateerde uitspraken op Twitter of Facebook. ‘De implicaties van dergelijke ogenschijnlijk onschuldige uitspraken over de van rechtswege opgelegde hittegolf zijn op dit moment niet te overzien’, aldus een vertegenwoordiger van het ANP. ‘Wij adviseren onze lezers om de zaterdagbijlage van het ochtendblad te gebruiken voor het elkaar toewuiven van de nodige koelte tot de kou weer uit de lucht is. Bij wijze van spreken dan’.

bladgoud 3

Ik probeer mijn jurk zo onopvallend mogelijk omhoog te trekken. De hele wereld kijkt naar mij. Niemand ziet me. De harde muziek dreunt over alles en iedereen heen. De cocktail in mijn hand is mierzoet en niet te zuipen. Van wie heb ik die eigenlijk ook alweer gekregen? Stroboscooplicht verandert alles om me heen in zenuwachtige mime-poses. De dansende menigte is een grote roboteske beweging. Daar is Amber. Denk ik. Nee, toch niet. De wereld krijgt weer kleur. Fel en draaiend. Zwierend, verblindend. ‘Sta niet zo aan je jurk te hijsen!’ Amber! ‘Waar was je nou?’ ‘Kom’, is het enige antwoord, ‘ik moet piesen’.

‘Wat een geweldige tent’, klinkt het vanachter het halve deurtje, over de doffe basklanken die tot in de catacomben doordringen. ‘Ik had nooit naar je moeten luisteren’, zeur ik, ‘die shitjurk blijft niet zitten, ik had gewoon een bh aan moeten doen. Strapless is niets voor mij, mijn tieten zijn te klein’. Ik rommel wat in mijn tas op zoek naar mijn make-up. ‘Loop niet zo te zeiken schat. Trek deze aan en teken een lach op dat zure gezicht. Ik wil weer dansen.’ In de spiegel zie ik Amber in het deurgat van haar wc-hokje. Poedeltjenaakt op haar veel te hoge hakken. Een triomfantelijke blik die ik  niet van haar ken. Een lichamelijke vrijheid die nog verder van haar dagelijkse verschijning af staat. Terwijl ik me lachend naar haar omdraai, ratelt ze maar door. Tegen mij, tegen zichzelf, tegen iedereen die het horen wil. ‘Je hebt gelijk’, hoor ik haar zeggen, ‘het is geen gezicht die witte toeters’. Ze knijpt in haar borst. ‘Wat heb jij gezopen?’ Ze negeert mijn vraag, staat te springen op haar hakken, het witte jurkje in haar hand. Ik weet zeker dat ze ondergoed aanhad toen we weg gingen. Ik heb haar nog gepest dat haar tanline meer aftekende onder haar jurk dan haar zwarte string. Ik wil haar er naar vragen, maar ze geeft me de kans niet. ‘Geef me dat onding dan’, gilt ze, terwijl ze aan mijn jurkje begint te trekken. ‘Doe niet zo preuts, de halve wereld heeft jou al in je blote kont gezien!’ Snel stap ik uit het jurkje. Opgelaten. Opgewonden ook wel. Een beetje. Deze situatie is te debiel voor woorden. ‘Kijk mensen, haar kont is wel bruin’, staat Amber te oreren tegen een niet begrijpend publiek. Ik gris het witte jurkje uit haar handen en trek het aan. Het is nat en plakkerig. Zweet en bier. In de spiegel zie ik dat ik hoge ogen had kunnen scoren in een wet-t-shirt-verkiezing. ‘Als ik grotere borsten had gehad’, denk ik er onwillekeurig achteraan. Krijsend, als een varken dat naar de slachtbank wordt geleid, ligt Amber op de natte vloer van het toilet. Mijn jurkje rond haar enkels. Gestruikeld over haar eigen zatte benen. Ze komt niet meer bij van het lachen. Raakt niet overeind op haar hakken. Ik reik haar de hand en sleur haar omhoog. Wankelend hijst ze het jurkje over haar tieten. ‘Blijft prima zitten’, wauwelt ze. Ze wrijft wat door haar haar voor de spiegel en ik trek de jurk omlaag over haar billen. ‘Ow’, is alles wat ze zegt. Even valt ze stil. Kijkt nog eens goed naar zichzelf. ‘Kom schat, we gaan. Ik moet dansen.’

‘Wil je nog iets van me drinken?’ Ik denk dat ze haar glas omhoog houdt als teken dat ze er nog wel zo een lust. Wanneer ik terugkom met de drankjes is ze verdwenen. Zeker even naar het toilet. Tien minuten later geef ik het op. De cocktail is intussen warm en de helft is er in het gedrang al overheen gegaan. Mijn hand plakt en mijn witte broek vertoont blauwgroene vlekken. ‘Voor jou tien anderen’, denk ik gelaten.

Ik wurm me een weg van de dansvloer tussen een groepje laveloze Engelse bimbo’s door. Kleffe drankjes vermengen zich met mijn zweet terwijl ik iets van ‘sorry’ mompel. Hier is iets meer lucht. Ik kijk verlaten om me heen. Voel me ook zo. Maar ook opgelucht. Die engerd zie ik niet meer. Op de overvolle dansvloer heeft hij me niet terug kunnen vinden. Mijn hoofd draait van de drankjes die hij me heeft gevoerd. Ik wil naar buiten. Weg uit de gekte. De nacht is zwoel, maar vergeleken bij het inferno daarbinnen is het hier zalig. Ik laat mezelf in het zand ploffen en sla mijn armen rond mijn benen. Heel langzaam kom ik weer een beetje bij mijn positieven. Trekt de fluittoon weg uit mijn oren. Achter mij de drukte van het nachtleven, voor me het kalme ruisen van de zee. Een stukje naar rechts rent een groepje gillend het water in. Dan wordt het weer betrekkelijk stil.

Ik weet niet hoelang ik hier gezeten heb. Moeizaam krabbel ik overeind in het mulle zand. Klop het zand van mijn benen. Het plakt tussen mijn billen. Waar heb ik mijn schoenen? Hier. Amber is in geen velden of wegen te bekennen. Het strand is stil geworden. Hier en daar een groepje uitgetelde feestvierders of een vrijend stelletje. Niemand die nog acht slaat op een eenzaam meisje langs de waterlijn. Langzaam slenter ik door het natte zand in de richting van de camping. Lekker met mijn blote voeten in het zand. Nu en dan het frisse water dat rond mijn enkels spoelt. Ik voel me vies. Mijn haar stinkt naar drank en sigaretten. ‘Lekker twee weken samen op stap Vero. Wij tweeën. Even geen venten meer.’ Ze kan het lekker uitleggen. Amber. ‘Ik wil nooit meer een vent’-Amber. Te vaak bedrogen, te vaak belogen. Afgezworen. Geen idee waar ze is. Het boeit me niet. Nu niet. Niet meer. Morgen komt ze wel weer ergens opdagen. Ik wil naar mijn bed. Een douche. Mijn kussen. Er loopt een eenzame traan over mijn wang.

 

‘Bladgoud’ is een vakantiefeuilleton in twaalf ongelijke delen. Een experiment met langere verhalen en verbanden om augustus mee door te komen. Zin in meer? Lees hier verder.